BTO rapport - BTO 2023.060

Zijn persistente mobiele stoffen minder giftig? Koppeling van fysisch-chemische stofeigenschappen aan gemeten toxiciteit

Rapporten

Historisch heeft de milieuchemie zich de afgelopen halve eeuw vooral gericht op hydrofobe organische stoffen en anorganische stoffen. Dit heeft deels te maken met de beschikbaarheid van analytische technieken zoals atomic absorption spectrometry (AAS) voor (zware) metalen en anorganische verbindingen en gaschromatografische technieken om vluchtige organische stoffen van (complexe) milieumatrices te scheiden (Reemtsma et al., 2016). Onderzoek heeft duidelijk laten zien dat organische hydrofobe stoffen een probleem kunnen vormen voor het ecosysteem, omdat ze de neiging hebben te accumuleren in sedimenten en bodems en daar lang aanwezig kunnen blijven, sterk accumuleren in organismen en daar toxische effecten kunnen veroorzaken. Dit heeft geleid tot regulering van stoffen met hoge persistentie (P), bioaccumulatie en sorptie aan sediment en bodem (B) en toxiciteit (T). Dit worden PBT-stoffen genoemd (European Commission, 2022a). Door deze regulering moeten alle industriƫle stoffen die worden ontwikkeld voldoen aan bepaalde criteria voordat ze voor bepaalde doeleinden op de Europese markt worden toegelaten. De eigenschappen van het brede pallet van stoffen dat wordt geproduceerd door de industrie is daarmee waarschijnlijk verschoven naar die van meer polaire stoffen, omdat deze stoffen minder problematisch werden geacht. Deze stoffen werden tot voor kort echter ook minder gemeten in diverse milieucompartimenten (Reemtsma et al., 2016), of getoetst in toxiciteitstudies. De polaire eigenschappen van deze stoffen maken dat ze doorgaans goed oplossen in water, minder sterk sorberen aan geosorbentia als bodem en sediment of sorbentia toegepast in waterbehandeling zoals actieve kool. Dit betekent ook dat ze zich makkelijker bewegen door de waterketen (mobieler zijn). In navolging zijn naast de PBT-stoffen dan ook de PMT-stoffen benoemd, waarbij M voor mobiel staat (Neumann & Schliebner, 2019). Als deze stoffen naast hun polaire eigenschappen ook nog persistent zijn, wat wil zeggen dat ze niet snel worden omgezet in andere stoffen of
gemineraliseerd, dan zullen zowel natuurlijke processen in de (stedelijke) waterketen als drinkwaterzuiveringstechnieken niet of minder goed in staat zijn deze stoffen uit het water te verwijderen. Dit maakt dat mobiele persistente stoffen na emissie in het milieu grote kans hebben om in (bronnen van) drinkwater terecht te komen waardoor de mens via drinkwater kan worden blootgesteld (Sjerps et al. (2016).

Download pdf
Heeft u een vraag over deze publicatie?