Invloed van ingrepen in de waterhuishouding op berekende verlagingseffecten door grondwaterwinning. Een modelstudie
Details
Ecohydrologie
Rapporten
In deze studie is onderzocht hoe aanpassingen aan het af- en ontwateringsstelsel en beregening doorwerken op de freatische grondwaterstanden en op de berekeningen van het effect van een grondwaterwinning. Met andere woorden: heeft de winning een ander effect bij andere dimensies van het af- en ontwateringsstelsel? De resultaten van het onderzoek dragen bij aan een duurzamere inpassing van grondwateronttrekkingen in het watersysteem. Uit de berekeningen blijkt dat freatische grondwaterstanden bij een grondwaterwinning en een af- en ontwateringsstelsel met historische dimensies langer op een hoger niveau blijven. Het is dus mogelijk om water langer in het systeem vast te houden door de af- en ontwatering aan te passen. Wel blijkt de aan de winning toe te wijzen grondwaterstandsverlaging groter in deze situatie. Dit wordt veroorzaakt door verschillen in grondwateraanvulling. Bij omvorming naar een historisch af- en ontwateringsstelsel treedt minder verdampingsreductie op als gevolg van te droge condities en daardoor is er minder grondwateraanvulling binnen de onttrekkingskegel van een winning. Dit effect is uiteraard afhankelijk van de positie van de winning in de hydrologische gradiƫnt en prominent in het intermediaire deel. Lokale aanpassing van de af- en ontwatering rond een winning blijkt hier een effectieve mitigerende maatregel voor verlagingseffecten. Beregening uit grondwater heeft een fors effect op het verlagingsbeeld van de winning. Een niet beregend perceel binnen de invloed van een grondwaterwinning mist de compensatie van de transpiratiereductie door beregening, heeft te maken met verlagingseffecten van de beregeningsonttrekking(en) op buurpercelen en wordt tevens geconfronteerd met een versterkt effect van de winning op de grondwaterstanden. Hierdoor ontstaat een extra prikkel om ook te gaan beregenen waardoor de druk op het watersysteem verder toeneemt.