BTO rapport - BTO 2022.028

Verwijdering van natuurlijke en pathogene virussen tijdens drinkwaterproductie

Rapporten

Virusindicatoren worden ingezet om te bepalen hoe goed drinkwaterproductieprocessen in een full scale proces virussen verwijderen of inactiveren. De gebruikelijke virusindicatoren (zoals somatische colifagen en F-specifieke RNA-fagen) zijn in te lage concentraties aanwezig in het ruwe water om nauwkeurige resultaten te geven. Deze studie toont aan dat alternatieve indicatorvirussen, die van nature in hogere concentraties voorkomen, beter kunnen dienen om de virusverwijdering of -inactivatie door zuiveringsprocessen te kwantificeren. Deze alternatieve indicatorvirussen zijn bijvoorbeeld Pepper Mild Mottle Virus [PPMoV], CrassPhage en de natuurlijke virussen NV2247, NV2310 en NV2314. Omdat bij dit onderzoek geen ziekteverwekkende virussen werden aangetroffen, was het niet mogelijk het gedrag van de nieuwe indicatorvirussen te vergelijken met dat van ziekteverwekkende virussen. Wel blijken ze even groot als veel ziekteverwekkende virussen (tussen 30 en 100 nm). De studie toont dat schade aan virussen door UV-desinfectie met de alternatieve virussen nog niet goed kan worden aangetoond, al zijn hiervoor mogelijk wel alternatieve detectiemethoden in het laboratorium beschikbaar die ook de schade aan indicatorvirussen door UV duidelijker zichtbaar te maken.

Download pdf
Heeft u een vraag over deze publicatie?