Advies: inrichting van meetstations voor atmosferische depositie, verdamping en grondwateraanvulling in kustduinen
Details
Geohydrologie
Rapporten
De lopende meetprogramma’s van de DPWE bedrijven bevatten nauwelijks informatie over de invloed van atmosferische depositie en klimaatverandering op de grondwaterkwaliteit. Door gerichte monitoring kan deze informatie op voldoende detailniveau en tegen beperkte kosten worden verkregen, zodat doelgericht maatregelen kunnen worden getroffen.
Geadviseerd wordt om per bedrijf de grondwateraanvulling en atmosferische N-depositie te monitoren op ten minste één locatie middels een bulkneerslagmeter, een wet-only sampler met dry container en ten minste één peilbuis. Bij inrichting van meerdere locaties kan de wet-only sampler vervangen worden door de bemonstering van mossen indien aanwezig. Tevens kan overwogen worden om deze locaties te combineren met het depositienetwerk van RIVM – om de meetmethode te vergelijken. Voor een goede interpretatie is het minimaal noodzakelijk om het regenwater en het grondwater te analyseren op chloride, de 2H en 18O-isotopen van water en stikstofionen. Voor de interpretatie zijn standaard methoden beschikbaar, waaronder de Chloride Massa Balans (CMB), Isotopen Massa Balans (IMB), Chloride Peak Matching (CPM) en Stikstof Massa Balans (NMB). Het meetnet is ook geschikt voor analyse op persistente stoffen zoals PFAS, maar wel dient vooraf gecontroleerd te worden of er interactie plaatsvindt tussen deze stoffen en het materiaal van de neerslagmeter.