Verkenningen van KWR en de drinkwatersector in innovatieve watertechnologie 2013-2015
Details
Industrie, Afvalwater & Hergebruik
Rapporten
Het topsectorenbeleid en daarmee ook TKI Watertechnologie beoogt innovaties in de waterketen te stimuleren door het versterken van privaat-publieke samenwerking (PPS). Doel is te komen tot interdisciplinair en participatief onderzoek in de ‘gouden driehoek’ van overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen. Deze door TKI beoogde samenwerking in onderzoek dient te worden vormgegeven. Dat betekent dat er goede afstemming moet zijn tussen onderzoekers, MKB en drinkwaterbedrijven, en dat onderzoeksresultaten hun weg moeten vinden naar de markt. Wereldwijd zien waterbedrijven zich steeds meer gesteld voor vergelijkbare uitdagingen zoals de snelle urbanisatie, klimaatverandering, verouderende infrastructuur en verontreinigde bronnen, of zoals de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) het verwoordt, voor te veel, te weinig of te vies water. Samen optrekken bij het ontwikkelen en implementeren van oplossingen ligt voor de hand. Het PPS-consortium bepaalt per onderzoeksproject de vraagsturing, gebaseerd op marktmogelijkheden, maatschappelijke uitdagingen (bijv. streven naar duurzaamheid) en wetenschappelijke inzichten. De wetenschap staat hierbij ten dienste van de gestelde opgaven. Afhankelijk van de betrokken onderzoeksorganisatie(s) zal het onderzoeksproject een meer funderend dan wel een praktisch karakter hebben.
KWR voert met de drinkwatersector het BTO (BedrijfsTakOnderzoek) uit, een collectief programma voor toegepast wetenschappelijk onderzoek. Hieraan nemen alle Nederlandse drinkwaterbedrijven deel. Naast dit collectieve onderzoek nemen drinkwaterbedrijven samen met KWR of andere kennisorganisaties deel in projecten via TKI, NWO, Horizon 2020 e.a.
Verkennend onderzoek gaat als regel vooraf aan de totstandkoming van onderzoeksprojecten in PPS-verband. Doel hiervan is tweeledig: (1) onderzoek naar ontwikkelingen en trends die voor de sector relevant zijn, en (2) onderzoek naar de behoeften van (MKB-)bedrijven en eindgebruikers in de sector. Daarnaast, wellicht net zo belangrijk, is (3) het terugkijken, i.e. onderzoek naar opbrengsten en potentiële verbeterpunten bij de uitvoering van onderzoeksprojecten.