BTO rapport - BTO 2017.023

Hotspots in het leidingnet

Rapporten

Volgens de Drinkwaterwet mag de temperatuur van het drinkwater niet boven 25 °C komen. Sporadisch worden aan de tap watertemperaturen hoger dan 25 °C gemeten, met name in warme zomers. Doordat de drinkwatertemperatuur in belangrijke mate wordt bepaald door de bodemtemperatuur rond het distributienet, is het belangrijk om de bodemtemperatuur in de stad in kaart te brengen. In steden is er, op zogenaamde hotspots in de bodem, sprake van ondergrondse hittestress. In dit project zijn de stedelijke kenmerken en antropogene warmtebronnen geïdentificeerd, die ondergrondse hittestress kunnen veroorzaken. Daarna is gedurende twaalf weken de bodemtemperatuur in Rotterdam continu gemonitord op 42 locaties, om te onderzoeken welke factoren de grootste invloed hebben op de stedelijke bodemtemperatuur. Een paar locaties toonden bodemtemperaturen boven de 25 °C gedurende een aantal weken, het verschil tussen twee locaties kon wel 10 °C zijn. Drie bepalende factoren voor het optreden van hotspots blijken: i) altijd in de zon, ii) onder tegels en iii) met minstens één antropogene warmtebron in de buurt.

Download pdf
Heeft u een vraag over deze publicatie?