KWR rapport - KWR 2016.073

Isolatie en identificatie van Aeromonas stammen uit vijf DPWE voorzieningsgebieden en hun groeikarakteristieken

Rapporten

De aanwezigheid van Aeromonas in drinkwater wordt beschouwd als een indicatie voor de mate van nagroei in het distributiesysteem. Bij een aantal DPWE bedrijven komen met enige regelmaat overschrijdingen van de wettelijke norm voor Aeromonas voor. Meer kennis over het gedrag van Aeromonas-stammen die in de waterdistributiesystemen voorkomen, verhoogt het inzicht in de betekenis van Aeromonas als wettelijke parameter voor het voorspellen van nagroei en maakt het mogelijk om beter in te schatten of, en zo ja welke, beheersmaatregelen in de zuivering en/of het leidingnet effectief zijn bij het verlagen van de Aeromonas nagroei tijdens distributie. Recent onderzoek heeft laten zien dat typering met de klassieke biochemische methoden niet overeenkomt met typering met behulp van genetische technieken. Uit deze typering bleek dat de Aeromonas-soortensamenstelling verschilt per voorzieningsgebied. Eerder onderzoek heeft laten zien dat Aeromonas een voorkeur heeft voor ammonium als N-bron, al is dit gebaseerd op een uitgebreide beschrijving van één stam, Aeromonas salmonicida stam M800 (voorheen A.hydrophila, M800).
Dit leidt tot de volgende onderzoeksvragen: 1). Welke Aeromonas soorten domineren de drinkwater distributiesystemen van de DPWE bedrijven waar de norm regelmatig wordt overschreden en distributiesystemen waar dit niet gebeurt? 2).Gelden voor de belangrijkste en dominante Aeromonas stammen geïsoleerd uit verschillende DPWE voorzieningsgebieden dezelfde algemene groeikarakteristieken als voor stam A. salmonicida M800?
Voor dit onderzoek zijn in de zomer en het najaar van 2015 de dominant voorkomende Aeromonas bacteriën uit het gedistribueerde drinkwater van vijf productielocaties van DPWE- bedrijven met en zonder normoverschrijdingen geïsoleerd en is het genotype van deze stammen bepaald. Hieruit bleek dat de Aeromonas populatie verschilt tussen de voorzieningsgebieden. De reden hiervoor is niet onderzocht en zou in aanvullend onderzoek moeten worden vastgesteld. Eén mogelijkheid is de verschillen in lokale condities, zoals de watersamenstelling, tussen de voorzieningsgebieden. De meest voorkomende soorten zijn A. rivuli, A. veronii en A. sobria, al komen er in elk voorzieningsgebied meerdere Aeromonas-soorten voor (tussen de één en acht soorten). Ook is voor sommige voorzieningsgebieden de variatie tussen de jaren hoog, waarbij de soorten gevonden in dit onderzoek niet altijd overeen komen met de soorten die in een eerder BTO onderzoek werden gevonden (BTO 2013.228).

Heeft u een vraag over deze publicatie?