BTO rapport - BTO 2009.008

Optimalisatie meetprogramma E. coli in distributienet

Rapporten

In 2004 zijn berekeningen uitgevoerd om vast te stellen wat de detectiekans is van E. coli in het
distributienet van Almelo met het monsternameprogramma van 2002. De conclusie was toen dat de
detectiekans erg laag was (rond de 5%). Een aantal voorstellen werd gedaan om
monsternameprogramma te optimaliseren zoals de meetfrequentie op pompstation en in reservoirs te
verhogen, de monstername te combineren met klachten en storingen en een betere verdeling van de
monsterlocaties over het leidingnet.
Doel van voorliggend onderzoek was het vergroten van de detectiekans van E. coli in het distributienet.
De eerste vraag die daarbij van belang is, is wat het doel van het (verbeterde) meetprogramma is.
Bijvoorbeeld “Voldoen aan de VROM-inspectienorm”; “Detecteren van verontreinigingen (meten van
prestatie)” of “Detecteren van verontreinigingen en erger voorkomen”. Met het huidige meetprogramma
voldoen de waterbedrijven reeds aan de (huidige) VROM-inspectienorm. Het detecteren en passende
actie ondernemen lijkt op dit moment nog een stap te ver. Het doel van het huidige onderzoek is
derhalve om met een verbeterd meetprogramma de prestatie beter vast te kunnen stellen.

Download pdf
Heeft u een vraag over deze publicatie?