KWR rapport - KWR 06.096

Evaluatie zelfreinigende netten metingen zomer 2006 in Hoofddorp (PWN)

Rapporten

Na de introductie van de nieuwe ontwerpconcepten worden distributienetten vertakt en met kleinere diameters aangelegd. Het doel is om een voldoende hoge snelheid en een uniforme stromingsrichting te creëren waardoor wordt verkomen dat deeltjes bezinken. De uitgangspunten van de nieuwe ontwerpconcepten zijn getest in een laboratorium en zijn tevens bevestigd door metingen in de praktijk. Deze metingen zijn echter niet gedetailleerd genoeg en geven te weinig houvast om het positieve effect van zelfreinigende netten te onderbouwen. Ook geven deze metingen geen uitsluitsel over de juistheid van de gekozen ontwerpparameters (te verwachten maximum volumestroom die met de q√n-methode wordt voorspeld en een snelheid van 0,4 m/s).
De hypothese is dat zelfreinigende netten, aangelegd volgens de nieuwe ontwerpconcepten, minder vervuilen dan conventionele netten. Voor de toetsing van de hypothese is deze opgedeeld in een aantal deelhypothesen: 1. In een net met kleine diameters zullen hogere stroomsnelheden optreden dan in een net met grotere diameters; in zelfreinigende netten zal de ontwerpsnelheid van 0,4 m/s frequent optreden. 2. In een zelfreinigend net is de massa die het net ingaat gelijk aan de massa die het net verlaat; in een vervuilend systeem zal sediment bezinken en zal er minder massa uitgaan dan erin komt. Op momenten van grote vraag kan het eerder bezonken sediment juist opgewerveld worden en is de massa die het net uitgaat groter dan de massa die erin komt. 3. De per strekkende meter aanwezige sedimentmassa is in zelfreinigende leidingen lager dan in vervuilende leidingen. Dit betekent dat de troebelheid tijdens opwervelen (spuien) in een zelfreinigend net minder zal toenemen dan in een vervuilend net.

Download pdf
Heeft u een vraag over deze publicatie?