KWRW-Waterwijs
- KWRW 2025.075

Infiltratie en actieve aanvulling hoge zandgronden

KWRW-Waterwijs

Bij (her)ingebruikname of ontwerp van nieuwe infiltratiesystemen en de evaluatie van het functioneren van bestaande infiltratiesystemen is het van belang om inzicht te hebben in de redoxzones en reactiviteit van de ondergrond. Water dat in Nederland in de ondergrond infiltreert, wordt vaak al binnen enkele meters zuurstofloos door reacties met de aanwezige bodembestanddelen zoals organisch materiaal (OM) en gereduceerde ijzerverbindingen zoals pyriet (FeS2) en sideriet (FeCO3). Ook andere oxiderende stoffen, zoals nitraat, sulfaat en bijvoorbeeld organische microverontreinigingen, kunnen reageren met de natuurlijk aanwezige gereduceerde bestanddelen waardoor de chemische samenstelling van het grondwater verandert. Deze reactieve bodembestanddelen hebben dus een belangrijke invloed op de macrochemische samenstelling van het grondwater, het gedrag van (micro)verontreinigingen en verspreiding van pathogenen in de ondergrond. Deze verandering kan positief zijn, bijvoorbeeld de reductie van nitraat en verwijdering van bepaalde organische microverontreinigingen. Het kan echter ook negatieve consequenties hebben, bijvoorbeeld door zuurvorming bij de oxidatie van pyriet waardoor de hardheid toeneemt. Voor het goed kunnen anticiperen op waterkwaliteitsveranderingen bij infiltratie van oppervlaktewater is het dus van belang voldoende beeld te hebben van de reactiviteit van de ondergrond.
Binnen dit werkpakket hebben we ons gericht op het verbeteren van methodes en kennis over de reactiviteit en redoxzonering door het analyseren van in infiltratiesystemen gestoken kernen met behulp van micro-oxymax metingen. De waterbedrijven konden voor dit onderzoek sedimentmonsters aanleveren. Dit is door de WMD gedaan en daarnaast zijn sedimentmonsters uit het duininfiltratiesysteem Meijendel van Dunea gebruikt. Dit betreft sedimentmonsters uit de bovenste meter onder drie infiltratiepanden met een verschillende onderhoudshistorie (d.w.z. verwijdering van de sliblaag). De monsters van de WMD betreft sediment uit de doelaquifer van het te ontwikkelen diepinfiltratiesysteem Assen-Oost van de WMD (Figuur 1.3). We bouwen
hiermee voort op het in 2023 binnen het BTO kraamkamerproject ontwikkelde referentiekader voor reactiviteitsanalyses met de micro-oxymax en de metingen bij Grubbenvorst uit de kennisimpuls waterkwaliteit (Van der Grift en Hartog, 2025).

Download
Heeft u een vraag over deze publicatie?