KWR rapport - KWR 2021.114

DrainStore: vergroten van zoetwaterbeschikbaarheid voor irrigatie door koppeling van peilgestuurde drainage en ondergrondse waterberging. Evaluatie praktijkproef Meulwaeter, Kruiningen

Rapporten

De landbouw in de provincie Zeeland is afgelopen decennia in toenemende mate geconfronteerd met droogteschade. Daarnaast staan de zoete grondwatervoorraden onder toenemende druk door verzilting en een toenemende watervraag. In de provincie lopen verschillende initiatieven om zoet water te conserveren en te benutten voor de landbouw, waaronder de Freshmaker, Kreekruginfiltratiesysteem en Drains2Buffer. Echter, deze systemen zijn niet goed toepasbaar in gedraineerde gebieden met een dikke kleilaag. KWR is daarom in samenspraak met Provincie Zeeland een praktijkproef gestart met als doel het DrainStore-concept (drainagewater af te vangen en dit onder de kleilaag te bergen voor latere benutting) in de praktijk verder te ontwikkelen en te testen op een 25 ha akkerbouwperceel van de firma Meulwaeter in Kruiningen. Voorliggende rapportage beschrijft deze proef en evalueert de lessen over de toepassing en werking van het systeem.
Het DrainStore-concept omvat sub-irrigatie en drainage met drainagebuizen (“Drain”), gekoppeld aan een systeem voor ondergrondse waterberging (“Store”). In de winterperiode wordt hemelwater zoveel mogelijk in de ondiepe bodem van een gedraineerd akkerbouwperceel vastgehouden door het drainagepeil op te zetten. Overtollig hemelwater wordt met infiltratieputten in de diepere ondergrond geïnfiltreerd. In het groeiseizoen wordt dit opgeslagen water samen met lokaal zoet grondwater weer onttrokken en toegediend aan de drains om peilen op te zetten en de gewassen onder de wortelzone te voorzien van water (=sub-irrigatie). Figuur 0-1 geeft het Drainstore- concept schematisch weer.
Geohydrologische setting – Bij het perceel is zoet grondwater aanwezig tot een diepte van ca. 20 m-mv. Daaronder is het grondwater zout. Op basis van deze geohydrologische setting is de ondergrondse waterberging ontworpen en gerealiseerd. In het voorontwerp is rekening gehouden met een deklaag van ca. 8 meter op basis van beschikbare sonderingsgegevens. Uit de aanvullende sonderingen en de boring op het landbouwperceel bleek de aanwezige deklaag voor slechts 2 meter uit vaste klei te bestaan. Daaronder werd tussen 2 m-mv en 9 m-mv met name fijn zand aangetroffen, en beneden 9 m-mv het zandige watervoerend pakket dat werd beoogd voor de ondergrondse waterberging.

Download pdf
Heeft u een vraag over deze publicatie?