Hergebruik van gezuiverd restwater in de landbouw. Subirrigatie met RWZI effluent Haaksbergen 2015-2019
Details
Geohydrologie
Rapporten
Sinds 2015 wordt er op een landbouwperceel in Haaksbergen een proef uitgevoerd met subirrigatie met gezuiverd effluent. Hierbij wordt effluent uit de nabijgelegen RWZI toegevoerd in het klimaatadaptieve drainagesysteem (KAD-systeem), om te verkennen hoe subirrigatie kan bijdragen aan de watervoorziening van het gewas en wat dit zou betekenen voor verspreiding van stoffen in de ondergrond. In dit rapport worden de resultaten van de metingen van de afgelopen vijf jaar gepresenteerd en geïnterpreteerd met het oog op de vochtvoorziening van het gewas en de mogelijke verspreiding van stoffen uit het effluent in de ondergrond. Daarnaast is een modelstudie verricht, waarin met behulp van een gevoeligheidsanalyse is onderzocht welke factoren effect hebben op de verspreiding van stoffen.
De resultaten van het onderzoek laten zien dat subirrigatie positief werkt ten aanzien van de vochtvoorziening van de geteelde landbouwgewassen in de proefperiode 2015-2019. De studie laat zien dat de achtergrondstroming van het grondwater de belangrijke factor is in de verspreiding van stoffen. Daarnaast zijn de aan- en afvoer van effluent via de het drainagesysteem zelf van belang voor de hoeveelheid effluent die achterblijft in de ondergrond. De bodemopbouw (heterogeniteit) kan daarbij de verspreidingsrichting en retardatie (het achterblijven in bepaalde lagen) sterk beïnvloeden. Daarnaast is de grootte van het neerslagtekort tijdens de periode van subirrigatie bepalend voor de verspreiding van stoffen naar de wortelzone. De resultaten van de veldstudie wijzen op een beperkte verspreiding van stoffen in neerwaartse richting vanuit de drains. Er zijn aanwijzingen voor verspreiding in horizontale richting, maar de onzekerheden zijn op dit gebied relatief groot, vooral als gevolg van de relatief grote heterogeniteit van de ondergrond). Voor de lange termijn lijkt verspreiding naar diepere grondwatersystemen minder waarschijnlijk, maar is het verstandig om dit te blijven controleren met regelmatige monitoring. Daarnaast is de mogelijke verspreiding naar de wortelzone een aandachtspunt met name voor zeer droge perioden, vanwege het risico van mogelijke opname door het landbouwgewas.