KWR rapport - KWR 2020.049

Adsorptieve en biologische zuivering van collectief ingezameld water van glastuinbouwbedrijven

Rapporten

Sinds 2018 moeten kwekers in de Nederlandse glastuinbouw ervoor zorgen dat tenminste 95% van de gewasbeschermingsmiddelen uit het effluent verwijderd wordt. Dit moet gebeuren door gebruik te maken van een installatie die is beoordeeld volgens een protocol waarmee een minimale afbraak van 95% van geselecteerde gewasbeschermingsmiddelen in een standaard samenstelling water is aangetoond. Dit water is representatief voor een worst case afvalwater van glastuinbouwbedrijven. De kwekers hebben hiervoor drie opties: 1. Plaatsen van een zuiveringsinstallatie op het eigen bedrijf; 2. Inschakelen van een loonwerker met een mobiele installatie als er te zuiveren water is; 3. Verzamelen van effluentwater van een groep bedrijven in een regio, met een centrale zuivering. In collectieven georganiseerde glastuinders (kortweg collectieven)hebben tot 1 januari 2021 de tijd om deze oplossing te organiseren en te installeren. Om deze deadline te halen, maken collectieven over het algemeen gebruik van het reeds aanwezige rioolstelsel, waar op een centraal punt al het water bij elkaar komt om te worden weggepompt naar de hoofdriolering. Op deze plaats kan dan een zuiveringsinstallatie worden geplaatst die al het water van de telers behandelt voor de 95% verwijdering van gewasbeschermingsmiddelen. In dit rioolstelsel wordt echter ook huishoudelijk afvalwater van de bedrijven en bedrijfswoningen afgevoerd, zodat de behandeling van het water complexer wordt. Doordat dit water afwijkt van de omstandigheden van goedkeuring van individuele installaties op de lijst van de Beoordelingscommissie Zuiveringsinstallaties Glastuinbouw (BZG-lijst), is nagenoeg altijd een aparte goedkeuring nodig voor collectieven. Dit onderzoek richt zich daarom op alternatieve technologieën voor kwekerscollectieven, met als doel het ontwikkelen van een technologieconcept dat voldoet aan de zuiveringsplicht en geschikt is voor collectieven.
In dit project is een alternatief zuiveringsconcept onderzocht. Hierbij is eerst een inventarisatie gemaakt van bestaande kennis en processen, en laboratoriumproeven leveren een selectie op van bacteriegemeenschappen die gewasbeschermingsmiddelen kunnen afbreken. Door het gebruik van verschillende entmaterialen zijn de meeste gewasbeschermingsmiddelen afgebroken. Middels biologische zuivering kunnen de meeste stoffen gewasbeschermingsmiddelen zoals aanwezig in het geteste water of geheel of gedeeltelijk verwijderd worden. Optimalisatie van de procesomstandigheden kan de verwijdering nog verder verhogen, evenals het vinden van een cultuur die deze stoffen kan verwijderen. Door de combinatie van twee verschillende entmaterialen, konden meer stoffen verder verwijderd worden, dan bij het gebruik van slechts een van deze culturen. Bij het gebruik van biomassa uit een biologisch langzaam zandfilter, werd ook methoxyfenozide verwijderd. Op die manier konden 10 van de 11 gedoseerde stoffen verwijderd worden.

Download pdf
Heeft u een vraag over deze publicatie?