Rapport i.s.m. derden - OBN241-LZ

Onderzoek naar bevloeiing als beheermaatregel voor behoud en herstel van basenrijke trilvenen - Eindrapport

Rapporten

“Behoud maar zeker ook het herstel van biodiversiteit behoort tot de kerndoelen van de overheid. In het kader van Natura 2000 worden in Europees perspectief zeldzame soorten en vegetatietypen in Nederland beschermd. Om deze doelen te realiseren ontwikkelt en verspreidt het Kennisnetwerk Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit (OBN) daarvoor toepasbare kennis over herstelmaatregelen voor Natura 2000, de aanpak van stikstof, de leefgebiedenbenadering, de ontwikkeling van nieuwe natuur én het cultuurlandschap. De laagveenmoerassen van laag-Nederland zijn belangrijke gebieden voor het voorkomen van basenrijke trilveenvegetaties met kleine zeggen en slaapmossen, die behoren tot het habitattype H7140A Overgangs- en trilvenen (trilvenen).
De goed ontwikkelde vormen van het habitattype basenrijke trilvenen kenmerken zich door een hoge verscheidenheid aan zeldzame plantensoorten. Sturend in de successie en de patronen is de mate van isolatie van het basenrijke oppervlakte- of grondwater. Het lukt beheerders niet om een langzame ontwikkeling te behouden, waarin voor alle soorten voldoende tijd is om zich te vestigen. Voorkomens van dit habitatsubtype zijn dan ook zeldzaam en gaan nog steeds achteruit. Het is bekend dat goede trilvenen alleen voorkomen waar regelmatig basenrijk water boven maaiveld staat. Het behoud van de basenrijkdom in de bodem is van doorslaggevend belang. Indien verzuring en eutrofiëring niet ‘gebufferd’ worden door aanvoer van basen verschuift de vegetatiesamenstelling naar door veenmossen gedomineerde kraggen.
Het bevloeien met schoon, basenrijk oppervlaktewater is een kansrijke maatregel om de buffercapaciteit van het habitatsubtype te behouden en te herstellen. Het was echter onbekend hoe deze maatregel ingezet moet worden voor een goed resultaat.
Het onderzoek geeft inzicht in hoe inundaties het functioneren van trilvenen in laagveenmoerassen van laag Nederland beïnvloedt. Daarnaast is bepaald in welke situaties bevloeiing kansrijk is voor behoud en herstel van habitattype H7140A Overgangs- en trilvenen (trilvenen). Hiervoor worden in deze rapportage praktische beheeradviezen gegeven.”

(Citaat: Aggenbach, C.J.S., Cirkel, D.G., Cusell, C., van Dijk, G., Kooijman, A.M. – Onderzoek naar bevloeiing als beheermaatregel voor behoud en herstel van basenrijke trilvenen – Eindrapport – OBN241-LZ, VBNE Driebergen (2020))

Bekijk het artikel
Heeft u een vraag over deze publicatie?