KWR rapport - KWR 2020.103

COASTAR Ontwerp puttenveld brakwaterpilot pompstation Scheveningen (Dunea).

Rapporten

Waterbedrijf Dunea verwacht een groei in de drinkwatervraag in het voorzieningsgebied. Omdat er in de aanvoer van rivierwater te weinig extra capaciteit kan worden gevonden met het huidige leidingsysteem, wordt er gezocht naar een extra bron van drinkwater, als derde bron naast de Lek en de Maas. Brak grondwater (na ontzilting: permeaat) is hiervoor naar verwachting een betrouwbare bron. Door de extreem lage hardheid van permeaat kan door opmenging van duinwater met voldoende permeaat ook voldaan worden aan de wens van verlaagde hardheid. Daarnaast is Dunea afhankelijk van een strategische zoete grondwatervoorraad in het duin om drinkwatertekorten bij innamestops bij een onvoldoende rivierwaterkwaliteit of technische calamiteiten in de aanvoer te overbruggen. Diepe putten worden momenteel gebruikt om de ondergrondse zoetwatervoorraad te benutten in tijden van overbrugging, maar veel van deze diepe putten zijn verziltingsgevoelig, waardoor de gewenste overbrugging van drie maanden niet wordt gehaald.
Winning en ontzilting van brakwater kan zorgen voor een extra, hoogwaardige en continue zoetwaterbron om de groei in de watervraag op te vangen, maar kan door het ‘Freshkeeper-effect’ ook ervoor zorgen dat de diepe winningen veel minder verziltingsgevoelig zijn, waardoor langere overbruggingsperioden mogelijk worden. Op pompstation Scheveningen zal een veldpilot uitgevoerd worden, waarbij de volgende primaire doelen aangehouden: – Aantonen dat brakwater een duurzame bron van drinkwater kan zijn voor Dunea. We hebben het dan over duurzame onttrekking (zonder onacceptabele effecten op de omgeving, gedurende 50 jaar) en een duurzame zuivering (geringe fluctuaties in zoutgehalte over de duur van de winning).
– Aantonen dat de strategische zoetwaterreserve (de zoetwaterbel) wordt vergroot door brakwaterwinning.

Download pdf
Heeft u een vraag over deze publicatie?