BTO rapport - BTO 2020.019

Huidige en toekomstige praktijk van NF-RO concentraat management

Rapporten

Uit de in 2019 uitgevoerde inventarisatie naar de praktijk van NF/RO concentraatstroommanagement is gebleken dat vier van de tien Nederlandse drinkwaterbedrijven op ten minste één van hun drinkwaterproductielocaties nanofiltratie (NF) en/of omgekeerde osmose (Reverse Osmosis, RO) ingebouwd hebben te weten Oasen, PWN, Vitens en WMD. Op deze locaties wordt de vrijkomende reststroom van de betreffende membraanfiltratietechniek geloosd op oppervlaktewater, op een haven / op zee of op een rioolwaterzuivering (RWZI). In de periode 2020-2030 wordt een stijging verwacht in het aantal productielocaties waar NF en/of RO wordt toegepast van 47% ten opzichte van het aantal productielocaties met NF/RO technologie in 2019. Het lozen van vrijkomende reststromen is een vorm van reststroommanagement die, gelet op de totale maatschappelijke kosten van de drinkwatervoorziening en afvalwaterzuivering, gunstig uitvalt, waarmee de huidige praktijk van NF/RO concentraatstroommanagement verklaard kan worden. De ambitie van de Nederlandse overheid is, naast het (be)houden van een onberispelijke drinkwaterkwaliteit, ook gericht is op hergebruik van reststoffen en het minimaliseren van primair grondstofgebruik. Uit de inventarisatie komt naar voren dat de vergunningverlening van deze lozingen niet gebaseerd zijn op gestandaardiseerde waterkwaliteitsparameters en dat de eisen uitgedrukt worden in de vorm van concentraties, niet als totale vracht. Voor iedere lozing worden individuele afspraken gemaakt de betreffende veelal lokale regelgevende instanaties.
Om ondanks de locatie-afhankelijke verschillen in lozingseisen een gevoel te krijgen voor een typische reststroomsamenstelling van drinkwaterproductie middels NF/RO membraantechnologie en conventionele drinkwaterproductie zijn generieke scenario’s opgezet voor brak grondwater, oeverfiltraat, oppervlaktewater en zoet grondwater. Op basis van Europese milieukwaliteitseisen met betrekking op oppervlaktewater dat wordt gebruikt voor de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water zijn in de uitgewerkte scenario’s kritische parameters geïdentificeerd betreft de lozing van deze stromen op oppervlaktewater. Voor ieder scenario geldt dat de norm van 0,1 µg/L voor gewasbeschermingsmiddelen, biociden en hun humaan toxicologische relevante afbraakproducten al snel wordt overschreden wanneer deze stoffen aanwezig zijn in het voedingswater. Daarnaast zijn zout-componenten als ammonium, arseen, chloride, fosfaat, ijzer, mangaan, natrium, nitraat en sulfaat (in een deel van) de uitgewerkte scenario’s geïdentificeerd als mogelijk kritische componenten voor de lozing op oppervlaktewater.
Uit de opgestelde lijst met selectieve verwijderingstechnieken volgend uit de inventarisatie en een tweetal recente overzichtsstudies van KWR blijkt dat voor elk van deze zout-componenten een selectieve verwijderingstechniek beschikbaar is.

Download pdf
Heeft u een vraag over deze publicatie?