BTO rapport - BTO 2019.037

Burgerperspectief op de circulariteit: de actiebereidheid van Nederlanders

Rapporten

Luchtvervuiling, natuuraantasting, en vooral klimaatverandering zijn vrijwel dagelijks voorpaginanieuws. Voor de aanpak ervan kijkt de overheid naar bedrijven, maatschappelijke organisaties en ook burgers. Het afgelopen decennium deden termen als energieke samenleving (Hajer, 2011), participatiesamenleving (Troonrede 2013) en doe-democratie (Ministerie van Binnenlandse Zaken, 2013) hun intrede. Beleidsmatig krijgt de maatschappelijke betrokkenheid vorm via bijvoorbeeld initiatieven verpakt als Green Deals (Gooskens et al, 2016), Klimaattafels en Regionale Energie Strategieën. Zo is het volgens de afspraken in het ontwerp Klimaatakkoord (uit eind 2018) de bedoeling dat op termijn 50% van de elektriciteitsproductie in handen is van lokale partijen. De burger wordt hierin niet alleen meer gezien als consument, afnemer of belastingbetaler, maar als medeverantwoordelijke en partner in de transitie richting een circulaire samenleving. Burgers worden uitgedaagd na te denken over de implicaties voor milieu en klimaat bij hun uiteenlopende keuzes rond voedsel (‘een dagje zonder vlees’), manier van reizen (‘vliegschaamte’), verwarmen (‘graadje lager’), koken (‘van het gas af’) tot tuininrichting (‘onttegelen’) en waterbeheer (‘minuutje korter douchen’).
Het governance onderzoek binnen het onderzoeksprogramma Water in de Circulaire Economie (WiCE) richt zich onder meer op de betekenis en achterliggende mechanismen van de veranderende vraag tot, behoefte van, en relatie met burgers in relatie tot de transitie richting een circulaire samenleving, waarbij de aandacht niet enkel uitgaat naar de actieve burger en initiators van waterketenoplossingen, maar ook naar de niet-actieve burger. Voorliggend onderzoek – een resultaat van een samenwerkingsverband tussen WiCE en het Kennisactieprogramma Water – richt zich op het perspectief van de gemiddelde Nederlandse burger in relatie tot water en circulaire economie vraagstukken en de vraag of en waarom zij al dan niet willen, kunnen en daadwerkelijk stappen zetten richting circulariteit. Veel onderzoek is al gedaan naar de motivaties en ervaringen van zogenaamde koplopers, burgers die energiecoöperaties hebben opgericht, in een ecowijk zijn gaan wonen, of hun huis energieneutraal hebben gemaakt (o.a. Naus, 2017; Smale, 2018; Bosch, 2017). Hoewel zeer relevant, is het perspectief van de “gewone Nederlander” hierbij veel minder zichtbaar geworden. Dit onderzoek richt zich juist op een zo breed mogelijke groep van burgers en op de vraag in hoeverre overwegingen rond klimaatverandering hun keuzes hebben bepaald op het gebied van consumptie, en meer specifiek die van energie- en watergebruik in huis. Ook gaan we na in hoeverre motivaties bij keuzes rond het gebruik van energie overeenkomen met die van watergebruik. Zijn dezelfde mensen die bewust met energie omgaan ook degenen die bewust met water omgaan en op grond van welke overwegingen?

Download pdf
Heeft u een vraag over deze publicatie?