BTO rapport - BTO 2016.075

Effectiviteit van spuien en chloren op de verwijdering van microbiële verontreinigingen in het distributienet - een pilotonderzoek

Rapporten

Bij het optreden van een verontreinigingsincident of calamiteit in het drinkwaterdistributienet dient het waterbedrijf snel en adequaat te reageren om gezondheidsrisico’s voor de consument te beperken. Het mogelijk verontreinigde deel van het distributiesysteem moet worden gereinigd, maar de mogelijkheden hiervoor zijn beperkt en er is weinig bekend over de effectiviteit van reinigingsmethoden in de praktijk. Na reinigingen moet met waterkwaliteitscontrole worden aangetoond dat de reiniging afdoende was om gezondheidsrisico’s te beperken tot een acceptabel niveau.
Het doel van dit project is om vast te stellen hoe effectief de twee meest toegepaste reinigingsmaatregelen spuien en chloren zijn. Dit pilotonderzoek bouwt voort op de conclusies van het BTO onderzoek “Strategie bij calamiteiten in het leidingnet” (BTO 2013.056). In het onderzoek wordt genoemd dat in water oplosbare verontreinigingen en sedimentgebonden verontreinigingen verwijderd kunnen worden door systematisch spuien, maar de effectiviteit hiervan is niet onderzocht. Het huidige beeld is dat biofilmgebonden verontreinigingen zich niet goed laten verwijderen door middel van spuien.

Download pdf
Heeft u een vraag over deze publicatie?