BTO rapport - BTO 2014.026

Actief Burgerschap - Ontwikkelingen, Kansen en Vragen

Rapporten

“Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving.” Deze woorden, door Koning Willem-Alexander uitgesproken in zijn eerste troonrede, werden het in het licht van de verdere boodschap dat Nederland langzaam maar zeker aan het veranderen zou zijn van een klassieke verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving alom besproken en bediscussieerd in de daaropvolgende opiniepagina’s van dag- en weekbladen en in de nieuwsrubrieken op radio en televisie. Toch is het idee dat burgers, of algemener gesteld, stakeholders steeds actiever participeren in de Nederlandse samenleving geenszins nieuw. Zo is het nog niet zo lang geleden dat het Kabinet- Balkenende IV de eerste honderd dagen na haar totstandkoming door het land trok om naar burgers en maatschappelijke organisaties te luisteren om op basis daarvan hun beleid te kunnen bepalen, alsmede draagvlak voor haar plannen te creëren. Ook scholen worden geacht actief burgerschap te bevorderen, sinds 2006 is actief burgerschap zelfs opgenomen als kerndoel in zowel het primair als voortgezet onderwijs (Bekkers et al. 2010). Het Planbureau voor de Leefomgeving wees in 2011 de overheid erop om gebruik te maken van de aanwezige creativiteit en innovatiekracht van burgers en bedrijven: de energieke samenleving (Hajer 2011). Ook wanneer we specifiek kijken naar de waterwereld zien we dat participatie en betrokkenheid van een steeds groter belang wordt geacht.

Download pdf
Heeft u een vraag over deze publicatie?