BTO rapport - BTO 2002.153

Verziltingsrisico van de Nederlandse Puttenvelden voor de Drinkwatervoorziening door Brakwateropkegeling

Rapporten

Verzilting door brakwateropkegeling vormt nog immer een bedreiging voor diverse puttenvelden in Nederland, waar grondwater onttrokken wordt ten behoeve van de drinkwatervoorziening. In dit rapport is middels een desk-studie een schatting gemaakt van de omvang van dit verziltingsprobleem, door analyse van gegevens over de waterwinplaatsen in Nederland uit diverse databases (waaronder REWAB). Daartoe is een nieuwe verziltingsrisico-index ontwikkeld: SAPORE, het acronym voor SAlinization POtential for water REsources, met als eigen betekenis ‘smaak’ (in italiaans). Zout geeft immers een typische smaak aan water.
Uit deze studie blijkt dat van de 200 nog actieve winplaatsen, met deze maat, 43 een verhoogd verziltingsrisico kennen, en dat 16 van de 102 vóór 1992 verlaten winningen waarschijnlijk aan (ernstige) verzilting door brakwateropkegeling hebben geleden. Deze 43 in 2000 nog actieve winningen pompten in 1992 samen jaarlijks ca. 150 Mm3 aan grondwater voor de drinkwatervoorziening op. Hun verlies zou de regionale drinkwatervoorziening zeker in gevaar brengen.
De omvang van het verziltingsprobleem is derhalve voldoende groot om te zoeken naar een duurzame remedie. Die is gevonden in de zoethouder, een door Kiwa ontworpen concept. Deze potentiële oplossing bestaat uit het onttrekken van een kleine deelstroom brak grondwater onder de bestaande verziltende winning. De brakke deelstroom wordt separaat ontzout met omgekeerde osmose, waarbij het membraanconcentraat teruggeïnjecteerd wordt in een diepere aquifer die van nature nog zouter grondwater bevat. Het ontzoute membraanfiltraat wordt gebruikt als bron van drinkwater.
Nader onderzoek naar de bruikbaarheid van de zoethouder lijkt derhalve zeer zinvol.

Download pdf
Heeft u een vraag over deze publicatie?