KWR rapport - KWR 2016.001

Scan van biotische factoren en effecten bij bedrijfsvoering van granulair actieve-koolfiltratie. DPWE Zuiveringen

Rapporten

Bij actieve-koolfiltratie (AKF) met granulair actieve kool (GAK) vindt groei en afsterving van bacteriën en hogere organismen plaats. Deze organismen zetten AOC om in de filters en verlagen daardoor de AOC-concentratie van het water. Een nadeel van de groei op GAK is dat de gevormde biomassa (dierlijke organismen en fecale pellets) kan uitspoelen naar het actieve-koolfiltraat en reinwater en dat leidt in het distributiesysteem mogelijk tot nagroei en aanleiding zijn tot consumentenklachten (zwart water). Bij de (oppervlaktewater-) waterbedrijven is geobserveerd dat de groei van organismen niet in alle filters van één locatie gelijk is, en bovendien kan variëren door het jaar. Bekend is dat verschillende bedrijven verschillende (terug)spoelstrategieën op GAK toepassen. Bij Waternet wordt bijvoorbeeld in de winter elke 2 weken gespoeld, en in de zomer elke 2 dagen om de biologische groei te beheersen. Bij PWN en Evides worden andere spoelregimes toegepast. De constatering dat er verschillende spoelregimes en verschillen in biologische activiteit bestaan, heeft de vraag doen rijzen of er een verband bestaat tussen enerzijds de variabelen in spoelstrategie, zoals spoelduur, spoelfrequentie, hoeveelheid spoelwater per bedvolume en anderzijds het voorkomen van biologische activiteit (inclusief hogere organismen) in GAK. Als dit verband inderdaad kan worden aangetoond, is de hypothese dat er aan de hand van de gevonden relatie(s) met spoelparameters gestuurd kan worden op een bepaald niveau van biologische activiteit.

Download pdf
Heeft u een vraag over deze publicatie?